Onderwerpen > Juridisch > Ziek, werk, loon; de wettekst Ziektewet, snelzoekversie

Ziek, werk, loon; de wettekst Ziektewet, snelzoekversie

21 december 2021 Geschreven door: Flora van den Berg

De tekst is te vinden op: https://wetten.overheid.nl/BWBR0001888/2021-12-21 (let op wetswijzigingen!)

Hier, zonder commentaar, de artikelen van de ZW op een rij die relevant kunnen zijn. Voor de exacte en complete bewoordingen verwijs ik naar bovengenoemde wettekst. Dit snelzoek-overzicht is vooral bedoeld om voor niet-juristen de zoektocht naar het juiste artikel te vergemakkelijken.

Artikel 15

Lid 1, vaststelling dagloon

Voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd;

  • 1/261 deel van het loon
  • dat de werknemer in de periode van één jaar die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ongeschiktheid tot werken is ingetreden,
  • verdiende,
  • doch ten hoogste het maximale dagloon (artikel 17 WFSV) tweede afdeling. Van de verzekering van uitkering van ziekengeld.

Artikel 19

Lid 1, recht op ziekengeld

De verzekerde

  • heeft bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid
  • als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte
  • recht op ziekengeld overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde.

Lid 2 ziekte tgv zwangerschap of bevalling

De vrouwelijke verzekerde heeft

  • bij ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid
  • die haar oorzaak vindt in zwangerschap of bevalling
  • recht op ziekengeld overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde.

Lid 3 geen ZW werknemer WAZO tegelijk

De vrouwelijke verzekerde

  • heeft geen recht op ziekengeld
  • gedurende de periode dat zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg of een uitkering op grond van artikel 3:8 van die wet.

Lid 4 ziekte of gebrek

Voor de toepassing van deze wet worden onder ziekte mede verstaan gebreken

Lid 5 zijn arbeid

Ten aanzien van een verzekerde die geen werkgever heeft ..

  • wordt onder ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid verstaan:
  • ongeschiktheid tot het verrichten van werkzaamheden
  • die bij een soortgelijke werkgever gewoonlijk kenmerkend voor zijn arbeid zijn.
  • In afwijking van de eerste zin wordt indien de verzekerde de arbeid gedurende minder dan een week heeft verricht en daaraan voorafgaand gedurende ten minste zes maanden andere arbeid heeft verricht onder ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid verstaan:
  • ongeschiktheid tot het verrichten van werkzaamheden die gewoonlijk kenmerkend zijn voor de andere arbeid die in die zes maanden hoofdzakelijk is verricht.

Artikel 19aa

Lid 1 EZWB na 52 weken

In afwijking van artikel 19

  • heeft de verzekerde die geen werkgever heeft jegens wie hij…. recht heeft op loon als bedoeld …..,
  • nadat na de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken
  • een tijdvak van 52 weken van ongeschiktheid tot werken is verstreken,
  • recht op ziekengeld overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde, indien de verzekerde:

sub a:

  • ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, als bedoeld in artikel 19;

en

sub b:

  • als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling
  • slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen
  • van het maatmaninkomen per uur.

Lid 2 theoretisch minder dan 35%, einde uitkering

In afwijking van het eerste lid, onderdeel b,

  • heeft de verzekerde, bedoeld in het eerste lid,
  • recht op ziekengeld tot een maand na de dag
  • waarop hij in staat is om meer dan 65% van het maatmaninkomen per uur te verdienen.

Lid 3 uitlooptermijn bij verdiensten

Op de verzekerde, ….

  • die op of na de dag waarop het tijdvak van 52 weken, .., is verstreken
  • met arbeid meer verdient dan 65% van het maatmaninkomen per uur,
  • is het eerste lid, onderdeel b, niet van toepassing
  • tot zes maanden na de dag waarop hij met arbeid meer dan 65% van het maatmaninkomen per uur ging verdienen.

Lid 4 samentellen

Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, …,

  • worden tijdvakken van ongeschiktheid tot werken samengeteld,
  • indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen
  • of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling …wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

Lid 5 maatman

Onder maatmaninkomen wordt verstaan

  • hetgeen gezonde personen
  • met soortgelijke opleiding en ervaring,
  • ter plaatse waar hij arbeid verricht of het laatst heeft verricht,
  • of in de omgeving daarvan
  • met arbeid gewoonlijk verdienen.

Artikel 19ab

Lid 1 medisch en arbeidskundig onderzoek

Het percentage van het maatmaninkomen dat de verzekerde kan verdienen,

  • bedoeld in artikel 19aa,
  • wordt vastgesteld op basis van een verzekeringsgeneeskundig
  • en een arbeidskundig onderzoek.
  • Van een arbeidskundig onderzoek kan onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden worden afgezien.

Lid 2 maatmaninkomen

Bij het vaststellen van het percentage van het maatmaninkomen

  • dat de verzekerde kan verdienen wordt,
  • zo mogelijk, rekening gehouden met verkregen nieuwe bekwaamheden,
  • maar wordt buiten beschouwing gelaten
  • of de verzekerde de arbeid feitelijk kan verkrijgen.

Indien de verzekerde arbeid verricht of

  • laatst heeft verricht
  • waarvoor de werkgever loonkostensubsidie … ontvangt,
  • in verband met een verminderde loonwaarde van de verzekerde,
  • wordt bij het vaststellen van het percentage van het maatmaninkomen,
  • dat de verzekerde ten gevolge van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid ten hoogste in staat is te verdienen
  • rekening gehouden met deze omstandigheid.

Lid 3 algemeen geaccepteerde arbeid

Onder arbeid als bedoeld in artikel 19aa, eerste lid, wordt verstaan

  • alle algemeen geaccepteerde arbeid
  • waartoe de verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden
  • in staat is.

Artikel 19a

Lid 1 buiten Nederland wonen

Geen recht op ziekengeld heeft de verzekerde gedurende de periode dat hij niet in Nederland woont.

Vele uitzonderingen middels verdragen

Artikel 19b

Lid 1 detentie

Geen recht op ziekengeld heeft de verzekerde

  • gedurende de periode dat hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
  • vanaf de dag dat deze vrijheidsontneming één maand heeft geduurd.
  • Indien de eerste dag van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid is gelegen
  • in een periode dat de verzekerde rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
  • ontstaat geen recht op ziekengeld.

Lid 2 terugkrijgen van het recht op ziekengeld na detentie

Indien het recht op ziekengeld

  • op grond van het eerste lid is geëindigd
  • dan wel niet is ontstaan wordt betrokkene vanaf de dag dat hij in vrijheid wordt gesteld weer als verzekerde aangemerkt,
  • …. heeft aanspraak op heropening dan wel toekenning van het recht op ziekengeld
  • voor de resterende periode, ……..
  • ……………

Artikel 19c

Lid 1 De verzekerde die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel heeft geen recht op ziekengeld……………….

Artikel 19d

Geen recht op ziekengeld heeft de verzekerde

  • die geen werkgever heeft jegens wie hij
  • bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, zwangerschap of bevalling,
  • recht heeft op loon …
  • en die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk 6 van de wia
  • en ten aanzien van wie het UWV een verkorte wachttijd heeft vastgesteld ….

Artikel 29 Uitsluiting en uitkering van ziekengeld

Hoogte ziekengeld

Lid 1 recht op loon; geen ziekengeld

Behoudens bij;

  • orgaandonatie,
  • zwangerschap,
  • de no risk-polis en
  • de groep oudere werklozen…..,

wordt geen ziekengeld uitgekeerd indien de verzekerde;

  • uit hoofde van de dienstbetrekking,
  • op grond waarvan hij de arbeid behoort te verrichten,
  • recht heeft op loon,
  • dan wel indien het recht op loon geheel of gedeeltelijk ontbreekt door…..;

Het ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • over iedere dag van ongeschiktheid tot werken,
  • doch over maximaal vijf dagen per kalenderweek,
  • niet over zaterdagen en zondagen.

In de eerste kalenderweek wordt;

  • In afwijking van het bepaalde in de eerste zin………..

Lid 2 Ziektewetuitkering; doelgroep

Het ziekengeld wordt uitgekeerd aan:

  • de verzekerde van wie de arbeidsverhouding;
    • als dienstbetrekking wordt beschouwd,
    • vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken,
  • degene wiens aanspraak berust;
    • op nawerking,
    • vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken,
  • de verzekerde van wie de dienstbetrekking;
    • binnen het tijdvak van 104 weken eindigt,
    • vanaf de eerste dag van ongeschiktheid tot werken,
    • nadat de dienstbetrekking is geëindigd,
    • doch niet eerder dan vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken,
  • de verzekerde die als werkloze;
    • werkloosheidsuitkering ontvangt of
    • aan een aantal van de voorwaarde voor dat recht voldoet,
    • vanaf de eerste dag van de veertiende week,
    • van de ongeschiktheid tot werken of
    • zoveel eerder als de uitkering eindigt,
    • op grond van de Werkloosheidswet,
  • de verzekerde die wegens orgaandonatie;
    • ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid,
    • vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken,
  • de vrouwelijke verzekerde overeenkomstig artikel 29a (ongeschiktheid door zwangerschap),
  • de werknemer, bedoeld in de artikelen 29b en 29d (arbeidsgehandicapte en oudere werkloze werknemer).

Lid 3 eerste ziektedag

Als eerste dag van de ongeschiktheid tot werken geldt;

  • de eerste werkdag waarop wegens ziekte niet is gewerkt of
  • het werken tijdens de werktijd is gestaakt.

Lid 4 geen ziekengeld bij AOW en WAZO

Geen ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • op en na de dag waarop de verzekerde de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, bereikt alsmede
  • over de periode waarover de verzekerde een uitkering op grond van artikel 3:7, tweede lid, 3:9 of 3:10, tweede en derde lid van de Wet arbeid en zorg ontvangt.

Lid 5 geen ziekengeld na 104 weken

Geen ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • nadat een tijdvak van 104 weken van ongeschiktheid tot werken is verstreken,
  • te rekenen vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken.

Voor het bepalen van dit tijdvak;

  • worden tijdvakken van ongeschiktheid tot werken samengeteld,
  • indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of
  • indien zij direct voorafgaan aan en
  • aansluiten op een periode,
  • waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling wordt genoten,
  • tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

In deze gevallen;

  • worden gedurende de desbetreffende periode van 104 weken,
  • de eerste twee dagen van de ongeschiktheid tot werken,
  • waarover geen ziekengeld wordt uitgekeerd,
  • slechts eenmaal in aanmerking genomen.

Lid 6 geen ziekengeld als recht op loon op basis van BW is uitgesloten

Geen ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • voor zover de verzekerde,
  • door toepassing van artikel 629, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (uitsluitingsgronden) geen recht heeft op loon.

Lid 7 70% dagloon

Het ziekengeld (lid 2a-2d) bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

Lid 8 orgaandonatie en zwangerschap 100%

Het ziekengeld, bij orgaandonatie en zwangerschap, wordt gesteld op het dagloon.

Lid 10 104 weken verlengen

Het tijdvak van 104 weken;

  • wordt verlengd met de duur van het tijdvak,
  • dat het UWV op grond van artikel 26 lid 3 WIA of artikel 71b lid 3 WAO heeft vastgesteld.

Lid 11 en 12 uitzonderingen

  • Het tweede lid, onderdeel a, b of c, is niet van toepassing indien onderdeel g van dat lid van toepassing is.
  • Het tweede lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien onderdeel e of f van dat lid van toepassing is.

Lid 13 samentellen

Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel d, onder 1º(regeling werklozen);

  • worden perioden van ongeschiktheid samengeteld,
  • indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of
  • indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op,
  • een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling,
  • op grond van artikel ….van de WAZO wordt genoten,
  • tenzij de ongeschiktheid,
  • redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien,
  • uit dezelfde oorzaak.

Artikel 29a; Recht op ziekengeld bij zwangerschap

Lid 1;

De vrouwelijke verzekerde heeft;

  • indien zij voorafgaand aan de dag,
  • waarop zij recht heeft op uitkering op grond van de WAZO,
  • ongeschikt wordt tot het verrichten van haar arbeid en
  • die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de zwangerschap,
  • recht op ziekengeld,
  • ter hoogte van haar dagloon,
  • vanaf de eerste dag waarop die ongeschiktheid bestaat.

Lid 2;

De vrouwelijke verzekerde die;

  • in de periode waarin zij recht had kunnen hebben op uitkering op grond van de WAZO,
  • doch die uitkering nog niet is aangevangen,
  • wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid,
  • heeft recht op ziekengeld,
  • ter hoogte van haar dagloon.

Dit ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken.

Lid 3;

De vrouwelijke verzekerde;

  • heeft geen recht op ziekengeld,
  • over perioden waarover zij,
  • uitkering op grond van de WAZO geniet.

Lid 4;

Nadat het recht op uitkering op grond van de WAZO geëindigd;

  • heeft de vrouwelijke verzekerde,
  • indien zij aansluitend ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid en
  • die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de bevalling of
  • de daaraan voorafgaande zwangerschap,
  • recht op ziekengeld,
  • ter hoogte van haar dagloon,
  • zolang die ongeschiktheid duurt,
  • doch ten hoogste gedurende 104 aaneengesloten weken.

Dit ziekengeld wordt uitgekeerd;

  • vanaf de eerste dag nadat het recht op uitkering is geëindigd.

Lid 5 eventueel langere ziektewetuitkering wegens zwangerschap/bevalling

Artikel 29, vijfde lid (104-weken termijn), blijft buiten toepassing ten aanzien van de vrouwelijke verzekerde die op grond van het tweede of vierde lid van dit artikel recht heeft op ziekengeld ter hoogte van haar dagloon.

Lid 6 geen re-integratieplicht

Artikel 30(Plichten gericht op arbeidsinschakeling) blijft buiten toepassing ten aanzien van de vrouwelijke verzekerde die op grond van het eerste of tweede lid recht heeft op ziekengeld.

Artikel 29b; recht op ziekengeld bij arbeidshandicap/hoogte ziekengeld, no risk

Lid 1 recht op ziekengeld na WIA

De werknemer;

  • die onmiddellijk voorafgaand aan een dienstbetrekking recht had op een uitkering op grond van de WIA,
  • die onmiddellijk voorafgaand aan zijn dienstbetrekking met een werkgever, niet WSW, een WSW-indicatiebeschikking had,
  • van wie in een arbeidskundig onderzoek is vastgesteld dat hij op de eerste dag na afloop van de wachttijd, of van het verlengde tijdvak,
  1. minder dan 35% arbeidsongeschikt is,
  2. alsmede op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd,
  3. niet in staat is tot het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever, en
  4. binnen vijf jaar na die dag in dienstbetrekking werkzaamheden gaat verrichten bij een werkgever.
  • die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten of
  • die geen werknemer is, 18 jaar is of ouder en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten,

heeft............

  • vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken,
  • recht op ziekengeld,
  • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen,
  • in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking.

Lid 2 ook voor bijstandsgerechtigden

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing;

  • op de werknemer die, onmiddellijk voorafgaand aan een,
  • naar het oordeel van het UWV,
  • een structurele functionele beperking had en
  • voor wiens ondersteuning bij arbeidsinschakeling het college van burgemeester en wethouders,
  • onmiddellijk voorafgaand aan die dienstbetrekking, op grond van de WWB of de Wet investeren in jongeren verantwoordelijk was.

Lid 3 WAJONG/WSW

De werknemer;

  • die voorafgaand aan zijn dienstbetrekking,
    • recht had of heeft gehad op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of
    • arbeidsondersteuning op grond van de Wajong,
  • die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een WSW-werkgever of
  • wiens dienstbetrekking, is aangevangen
    • voordat zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wajong ontstond,
    • omdat die dienstbetrekking is aangevangen voordat hij 18 jaar werd,
    • heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken,
    • recht op ziekengeld,
    • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte,
    • die zijn aangevangen na aanvang van de dienstbetrekking.

Het recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel c;

  • ontstaat niet eerder,
  • dan zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wajong.

Lid 4 WIA-gerechtigden

De werknemer;

  • die recht heeft op een uitkering op grond van de WIA en
  • ten aanzien van wie een dienstbetrekking bij diens werkgever wordt voortgezet,
  • nadat dat recht is vastgesteld,
  • heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld,
  • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte,
  • die zijn aangevangen in de vijf jaren na vaststelling van het recht op uitkering.

Lid 5 uitkering van 70%

Het ziekengeld, bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

Lid 6 ophoging op verzoek van de werkgever

In afwijking van het vijfde lid wordt het ziekengeld;

  • in het tijdvak van 52 weken vanaf de eerste dag van ongeschiktheid tot werken van de werknemer,
  • op verzoek van de werkgever,
  • gesteld op het dagloon,
  • met dien verstande dat het ziekengeld niet meer kan bedragen dan de aanspraak van de werknemer op het loon dat de werkgever verschuldigd zou zijn,
  • indien daarop geen ziekengeld in mindering zou zijn gebracht.
  • Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken zijn de tweede en derde zin van artikel 29, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Lid 7 korten WSW subsidie

Indien de werknemer; ……

Lid 8 geen no-riskpolis bij WSW dienstbetrekking (artikel 2 WSW)

Dit artikel is niet van toepassing indien de werknemer werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening.

Lid 9 bijstandsgerechtigden met beperkingen

Ter uitvoering van het tweede lid;

  • wordt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders,
  • de aanwezigheid van een structurele functionele beperking vastgesteld.
  • Bij ministeriële regeling kunnen …

Lid 11 verklaring UWV voor nieuwe werkgever

Het UWV verstrekt;

  • op verzoek van de werknemer of
  • de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan,
  • een verklaring of de aanvrager,
  • naar het oordeel van het UWV,
  • voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel d of e.

Artikel 29c Verlenging termijn no-riskpolis bij verhoogd gezondheidsrisico

Indien ten aanzien van een werknemer;

  • bij aanvang van het dienstverband wordt vastgesteld,
  • dat hij lijdt aan een ziekte of een gebrek,
  • die respectievelijk dat,
  • maakt dat hij binnen de termijn van vijf jaren,
  • na aanvang van de dienstbetrekking respectievelijk,
  • na vaststelling van het recht op uitkering
  • een aanzienlijk verhoogd risico heeft op ernstige gezondheidsklachten,
  • wordt die termijn van vijf jaar,
  • vóór afloop daarvan,
  • verlengd indien,
  • op dat moment de ziekte of het gebrek,
  • dan wel het verhoogde risico op ernstige gezondheidsklachten,
  • naar het oordeel van het UWV nog bestaat.

Artikel 30 Plichten gericht op arbeidsinschakeling /Passende arbeid

Lid 1 verplichting passende arbeid te verrichten/verkrijgen

De zieke werknemer;

  • die in staat is hem passende arbeid te verrichten,
  • is verplicht te trachten deze arbeid te verkrijgen en,
  • indien hij daartoe in de gelegenheid wordt gesteld,
  • deze arbeid te verrichten.

Lid 2 weigering leidt tot korting uitkering

Weigert de werknemer die aanspraak maakt op ziekengeld;

  • zonder deugdelijke grond de in het vorige lid bedoelde arbeid te verrichten,
  • dan stelt het UWV het ziekengeld op het bedrag,
  • waarmede het dagloon overtreft het loon,
  • dat hij zou hebben ontvangen indien hij deze arbeid wel verricht had.

Lid 3 inschrijven als werkzoekende

Het UWV kan de bedoelde werknemer verplichten;

  • zich als werkzoekende te laten registreren en
  • die registratie tijdig te doen verlengen,
  • indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Lid 4 voorschriften UWV

Het UWV en de door hem daartoe aangewezen deskundige kunnen;

  • degene aan wie ziekengeld is toegekend,
  • voorschriften geven in het belang van een behandeling of
  • van genezing dan wel,
  • voor zover dit voortvloeit uit de taak, bedoeld in artikel 30 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen,
  • tot behoud, herstel en bevordering,
  • van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid.

Lid 5 passende arbeid

Als passende arbeid als bedoeld in het eerste lid wordt beschouwd;

  • alle arbeid,
  • die voor de krachten en bekwaamheden,
  • van de werknemer,
  • is berekend,
  • tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard,
  • niet van hem kan worden gevergd.

Niet als passende arbeid wordt beschouwd;

  • WSW arbeid op grond als bedoeld in hoofdstuk 2 van de WSW.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels …..

Artikel 38. Lid 1 ZW Ziekmelden bij het UWV na 42 weken

De werkgever van de verzekerde;

  • die bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte,
  • recht heeft op loon,
  • doet, uiterlijk op de eerste dag nadat de ongeschiktheid van die werknemer,
  • 42 weken heeft geduurd,
  • aangifte van die ongeschiktheid bij het UWV.

Eerste arbeidsongeschiktheidsdag opgeven

De werkgever geeft daarbij;

  • de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken op.

Tijdvak 42 weken bepalen

Voor het bepalen van het tijdvak van 42 weken;

  • worden tijdvakken van ongeschiktheid tot werken samengeteld,
  • indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of
  • indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode,
  • waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling wordt genoten,
  • tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden,
  • voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

Uitkeringstijdvakken i.v.m. zwangerschap en bevalling tellen niet mee

Bij de vaststelling van het tijdvak van 42 weken;

  • blijven perioden waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling wordt genoten, buiten beschouwing.

Lid 2 ziekmelden bij einde tijdelijk dienstverband

Onverminderd het eerste lid doet de werkgever van de verzekerde;

  • aangifte van de ongeschiktheid tot werken van die verzekerde,
  • aan het UWV,
  • op de laatste werkdag voordat de dienstbetrekking eindigt.

6 weken arbeidsongeschikt, dan ook een re-integratieverslag verstrekken

Indien;

  • tussen de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken en
  • de laatste werkdag, ten minste zes weken is gelegen,
  • stelt de werkgever,
  • die uiterlijk op die laatste werkdag in overleg met de werknemer een re-integratieverslag op, en
  • verstrekt de werkgever hiervan een afschrift aan de werknemer.
  • De werknemer verstrekt op diens verzoek het re-integratieverslag aan het UWV.
  • Het UWV beoordeelt of de werkgever en de werknemer in redelijkheid hebben kunnen komen tot de re-integratie-inspanningen die zijn verricht.

Lid 3 te laat: boete van € 454,-

Het UWV legt een bestuurlijke boete op;

  • van ten hoogste € 454,00,
  • indien de werkgever de verplichting niet behoorlijk is nagekomen.

Lid 6 geen re-integratieverslag vanwege de werkgever; werkgever op termijn

Indien bij de behandeling van de aangifte blijkt;

  • dat de werkgever zijn verplichting om een re-integratieverslag op te stellen,
  • niet of niet volledig is nagekomen,
  • stelt het UWV aan de werkgever een termijn,
  • waarbinnen het re-integratieverslag wordt verstrekt of aangevuld.

Lid 7 Geen re-integratieverslag vanwege de werknemer; werknemer op termijn

Indien bij de behandeling van de aangifte blijkt dat de werknemer;

  • zijn verplichting tot het verstrekken van het re-integratieverslag aan het UWV,
  • niet of niet volledig is nagekomen,
  • stelt het UWV aan de werknemer een termijn,
  • waarbinnen het re-integratieverslag wordt verstrekt onderscheidenlijk aangevuld.

Artikel 38a Lid 1 Ziek- en hersteldmelding vangnetter met werkgever

De verzekerde

  • die een werkgever heeft als bedoeld in de eerste afdeling, paragraaf 3, en
  • die aanspraak maakt op ziekengeld
  • is in geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte
  • verplicht dit op de tweede dag van die ongeschiktheid
  • te melden aan zijn werkgever.

Lid 2 melden 4e dag

De werkgever meldt

  • na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde melding,
  • aan het UWV
  • uiterlijk op de vierde dag van de ongeschiktheid tot werken,
  • de eerste werkdag waarop de verzekerde
  • wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

Lid 3 geen melding, geen ziekengeld

Indien de werkgever jegens wie de verzekerde

  • recht heeft op loon
  • de melding, bedoeld in het tweede lid,
  • later doet dan in dat lid is voorgeschreven,
  • wordt het ziekengeld niet uitbetaald
  • tot de datum van die melding.

Lid 4 hersteldmelding werknemer

Indien de verzekerde

  • na een ziekmelding als bedoeld in het eerste lid
  • weer geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid,
  • meldt hij aan de werkgever
  • uiterlijk de tweede dag van die geschiktheid,
  • de eerste dag waarop hij weer geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

Lid 5 Hersteldmelding werkgever

De werkgever meldt

  • na ontvangst van de in het vierde lid bedoelde melding,
  • aan het UWV
  • uiterlijk op de tweede dag na de hersteld melding door de verzekerde,
  • de eerste dag waarop die verzekerde
  • weer geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

Lid 6 geen loon, dan ook geen Ziektewet

Indien de verzekerde

  • door toepassing van een uitsluitingsgrond
  • geen recht heeft op loon
  • meldt de werkgever dit aan het UWV.

Lid 7 boete

Het UWV

  • legt een bestuurlijke boete op
  • van ten hoogste € 454,00
  • indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het vijfde of zesde lid,
  • niet of niet behoorlijk is nagekomen.

Artikel 38b Lid 1 meldingsplicht werkgever

Op verzoek informeert de werknemer

  • zijn werkgever over zijn mogelijke aanspraak op ziekengeld
  • op grond van artikel 29b of 29d.
  • De eerste zin is niet van toepassing
  • gedurende de eerste twee maanden na aanvang van zijn dienstbetrekking.

Lid 2 melding UWV

In afwijking van artikel 38a, tweede lid,

  • meldt de werkgever
  • zo spoedig mogelijk, doch in elk geval niet later dan de vierde dag na het tijdstip
  • waarop het hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn
  • dat de werknemer aanspraak op ziekengeld kan maken op grond van artikel 29a of 29b,
  • aan het UWV
  • de eerste werkdag waarop die werknemer
  • wegens ziekte
  • ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

Lid 3 pas ziekengeld na melding

Artikel 38a, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de melding, bedoeld in het tweede lid. Dit luidt;

Artikel 39 Lid 1 UWV-controle arbeidsongeschiktheid en verzuimbegeleiding

Het UWV verricht bij verzekerden

  • van wie een aangifte van ziekte of van wie een ziekmelding is ontvangen,
  • controle
  • op het bestaan van ongeschiktheid tot het verrichten van hun arbeid wegens ziekte en
  • hij beoordeelt bij gebleken ongeschiktheid of
  • de werkgever zijn taak met betrekking tot verzuimbegeleiding
  • op adequate wijze uitoefent.

Lid 2 Controlevoorschriften

Het UWV stelt ter uitvoering van de controle

  • op het bestaan van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid
  • controlevoorschriften vast,
  • die voor één of meer bepaalde groepen van werknemers kunnen verschillen.

Lid 3 Het UWV is bevoegd

  • zijn controlebevindingen mee te delen
  • aan de werkgever tot wie de aan controle onderworpen werknemer
  • in dienstbetrekking staat.
  • Het deelt de werkgever op diens verzoek mee
  • of een bepaalde tot hem in dienstbetrekking staande werknemer
  • volgens de gegevens die het UWV ter beschikking staan,
  • geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

Artikel 39a Lid 1 Verhaal op werkgever bij schending verplichtingen

Indien bij de behandeling van de aangifte of de beoordeling blijkt;

  • dat de werkgever zonder deugdelijke grond,
  • zijn verplichtingen op grond van,
  • artikel 25 lid 1,2 of 5 van de WIA (diverse re-integratie verplichtingen)
  • dan wel de krachtens het zevende lid van dat artikel gestelde regels,
  • niet of niet volledig nakomt of
  • onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht,
  • verhaalt het UWV op die werkgever,
  • het ziekengeld,
  • alsmede …premie..
  • Dit tijdvak vangt aan op de eerste dag van ongeschiktheid tot werken nadat de dienstbetrekking is geëindigd en
  • wordt afgestemd op de periode waarin de werkgever de in de vorige volzin bedoelde verplichtingen of regels niet is nagekomen of
  • onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.
  • Het tijdvak bedraagt ten hoogste 52 weken.
  • Indien binnen het door het UWV vastgestelde tijdvak,
  • een periode van ongeschiktheid tot werken,
  • gedurende een periode van vier weken of meer wordt onderbroken,
  • door geschiktheid tot werken,
  • wordt het ziekengeld over de periode van ongeschiktheid tot werken,
  • die is gelegen na die vier weken of meer weken,
  • niet verhaald op de werkgever.

Artikel 63a Eigenrisicodrager (ERD)

Lid 1 voorbereiding besluiten ERD

  • met betrekking tot de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden,
  • de werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van
  • besluiten op grond van deze wet inzake uitkeringen,

met uitzondering van

  • besluiten op grond van artikel 45a en
  • besluiten op grond van bezwaar of beroep.

De ERD begeleidt

  • de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden,
  • bij gebleken ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte
  • als zou hij in een privaatrechtelijke dienstbetrekking tot de ERD staan,
  • met toepassing van artikel 26, tweede lid, van de WIA

Lid 2 ERD treed in de plaats van UWV

Bij de uitvoering van het eerste lid treedt de ERD voor de toepassing van de artikelen……, in de plaats van het UWV

… uitzondering

Lid 3 betaling uitkering door ERD

  • De eigenrisicodrager betaalt
  • het door het UWV toegekende ziekengeld
  • namens het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
  • aan de personen, …die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden.
  • Indien de ERD het ziekengeld niet betaalt, wordt dit betaald door het UWV.
  • Het UWV verhaalt ……op de ERD.

Lid 4 UWV kan taken van ERD overnemen

Op verzoek van een ERD

  • verricht het UWV de werkzaamheden als bedoeld in …...
  • Het UWV brengt de kosten daarvan, …, in rekening bij de ERD.

Lid 5 UWV kan ingrijpen

Indien de ERD

  • werkzaamheden .. naar het oordeel van het UWV
  • niet, niet voldoende of niet juist verricht,
  • verricht het UWV die werkzaamheden.
  • Het UWV brengt de kosten daarvan….. in rekening bij de ERD.

Lid 6 uitzondering bij EZWB

In afwijking van het eerste en vierde lid verricht het de werkzaamheden in verband met de uitvoering van de artikelen 19aa en 19ab. (EZWB beoordeling)

Artikel 63b ERD-schap en afbakening

1 De eigenrisicodrager draagt het risico, ………..

Artikel 63c

Lid 1 bijstaan door een bedrijfsarts of arbodienst

De ERD

  • laat zich ter zake van de begeleiding bij gebleken ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte van de personen, …
  • bijstaan door een bedrijfsarts of arbodienst.

Hetgeen daarover is geregeld…

….overeenkomstige toepassing,

Artikel 63d

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt

  • de ongeschiktheid tot werken geacht niet te zijn onderbroken,
  • indien de tijdvakken van ongeschiktheid tot werken elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of
  • indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling .. wordt genoten,
  • tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

Gerelateerde artikelen